Waarom positief denken niet (altijd) werkt
In 8 psychologische effecten die uw blik kunnen verruimen lichtte ik reeds een tipje van de sluier omtrent het waarom van enkele mentaal-sociale fenomenen en waarom ‘de dingen niet altijd of net wel lopen zoals we willen … of denken’.
Ook in de blogtekst over denkfouten verwees ik naar hoe we soms door het eigen denkapparaat op het verkeerde been kunnen worden gezet. Misleid worden door ons eigen brein, het is een wetenschappelijk gegeven waar we niet om heen kunnen.
Vandaar dat ik hier wil inzoomen op de li-‘mythe’-n van positief denken. Vooral omdat het zo vaak wordt gehypet en – hoe goed bedoeld ook – te snel en ondoordacht als ‘boodschap’ meegegeven. Met vaak als gevolg dat we opgezadeld geraken met een gevoel van ‘iets’ verkeerd te doen, en onszelf en het leven niet onder controle lijken te hebben, hoe positief we ook (willen) denken.
Misverstand
We gaan er namelijk van uit dat door ‘anders’ of ‘positiever’ te denken onze (binnen)wereld verandert en we ons beduidend beter gaan voelen. En dat gebeurt ook, maar soms ook niet, en bovendien levert het zelden een garantie op een duurzaam effect af. Ietwat vergelijkbaar met een roesmiddel: het werkt voor even, maar meestal blijven we met een kater zitten (het effect ervan geraakt ‘uitgewerkt’).
Het misverstand is dat men ervan uitgaat dat een ‘stemming’ veranderen vooral neerkomt op het aanpassen of switchen van gedachten (alleen). De oorzaak van een bepaalde stemming ligt voor alle duidelijkheid niet enkel in mentaal maar ook in emotioneel gebied en wordt trouwens versterkt of verzwakt door de context waarin we vertoeven. Dat stemmingen (zonder de inmenging van positief denken) bijvoorbeeld snel kunnen veranderen door een andere omgeving, andere mensen en activiteiten weten de sensitieve zielen onder ons heel goed. Het is dan ook niet verrassend wanneer ik zeg dat film, muziek, kunst, sport, huisdieren, kinderen, panoramische views je stemming danig kunnen kleuren én switchen.
Mentale overspoeling
Maar we zijn nu eenmaal mentaal overactieve wezens, en dus als we ervaren ‘vast te zitten’ denken we in het mentale ook een uitweg te kunnen vinden, of liever ‘short cut’. Het past ook perfect in de tijds’geest’ van vandaag waar alles liefst instant, snel en met minimum aan inspanning wordt aangepakt.
Volgens het Standford Research Institute (Washington, VS) denken we gemiddeld 120.000 gedachten per dag, een stijging van 70.000 ten opzichte van 20 jaar geleden, toen men het onderzoek begon. Een groot deel hiervan is niet effectief en zelfs belemmerend voor ons functioneren. Het zijn de zogenaamde nutteloze gedachten als ‘wat denkt hij van mij, ik ben niet goed genoeg, waarom dit nu weer’, enz. Bovendien bevestigt de neurowetenschap dat ‘elke gedachte ‘neurochemisch spoor’ nalaat in het lichaam en dat die ‘sporen’ dieper gaan wanneer we dergelijke ‘loops’ blijven herhalen (bijv. bij overmatig piekeren). Of hoe gedachten tot stofjes verworden en zich in ons lijf gaan nestelen.
Dat onze gedachten wel degelijk een bijzondere invloed en uitwerking hebben staat buiten kijf. Het is echter maar de vraag hoeveel van die duizenden gedachten van bij ontwaken tot het inslapen we wel degelijk bewust denken en kennen? En bijkomend, wat gaan die 5 à 10 eventuele positieve countergedachten dan kunnen veroorzaken? Het neigt naar dweilen met de kraan open, niet?
Het vergeten zuur
Duurzaam en ingebakken positivisme is natuurlijk wel gezond, laat daarover geen twijfel bestaan aub. Overdreven positivisme – echter – kan wel als een soort van verdringingsmechanisme werken en jouw zin voor (gevoelsmatige) realiteit en de connectie met je diepere verlangens en dromen overschaduwen. ‘Positief denken’ werkt dan een beetje zoals vers fruit op een zure taart, helemaal warm en verlekkerd word je er niet van.
Als in de rest van ons lijf namelijk veel ‘weerstand’ zit, dan landt het lekkere gedachtenfruit in een zure bodem van oude pijn (verdriet, zelfverwijt, angst, enz) en werkt het verzet zoals ‘de wet van communicerende vaten’, namelijk de overdruk op het ene vat zorgt ervoor dat het andere vat gaat overlopen. Herkenbaar toch? Hoe reageer jij zelf (meestal) op commando’s van een ander: “wees eens lief, spontaan, blij, gelukkig?” Inderdaad…
Via de psycho-neuro-immunologie weten we al jaren dat (emotionele) stress, zeker deze die chronisch aansleept, een impact heeft op ons psychosomatisch ziek- en welzijn. Meer recent wetenschappelijk bio-genetisch onderzoek verwijst zelfs naar een heel duidelijke link tussen onze (dieperliggende) emoties en de structuur van ons DNA! Emoties kleuren niet alleen ons leven, ze beïnvloeden blijkbaar ook het erfelijk materiaal van waaruit we gevormd worden.
Think about it, and think again. Daarom werken quotes, oneliners ea. goedbedoelde positief denken suggesties niet echt in de diepte: het zuur overheerst, kleurt en vraagt om aandacht en aanpak. Ik besprak dit proces ook deels in het licht van zelfdoding via de metafoor van zure melk.
Verbindingsvrees
Het brengt me bij de vraag die ik af en toe gesteld krijg: “‘Emotionele vervreemding’, wat is dat nu precies, Steve?”
Tussen de prikkels die we krijgen en de reacties die we geven ligt een vergeten oceaan van voelen, antwoord ik dan. Het probleem – echter – is dat we koudwater- en duikangst lijken te hebben (ontwikkeld) vanuit onze ‘hoofd’cultuur, waar koning ratio regeert en gevoelsmatigheid tot verzwakte knecht wordt gedegradeerd. Schrik voor de zuurtegraad van onze taart, emmer- of verbindingsvrees kan je het ook noemen, het is een steeds groter wordend probleem voor ons lijf én samenleving, en het is er één met jammerlijke effecten, thuis, op kleine en op grotere schaal.
Emotionele vervreemding werkt ook besmettelijk, het zou met spiegelneuronen (hersencellen die weerspiegelen wat ze extern ervaren) te maken hebben waardoor we elkaars vermijdingsgedrag spontaan gaan kopiëren. Het werkt ook in de tegenovergestelde richting, vandaar het belang van rolmodellen en voorbeeldgedrag.
Wat dan wel?
Via de waarnemings-, de zelfdeterminatietheorie en de neurobiopsychologie weten we ondertussen dat…
wie (1) de eigen perceptie verzorgt, (2) het eigen denken bewuster stuurt in de richting van eigen waarden, dromen en doelen, (3) het eigen gevoelsleven onderzoekt, beschrijft, bespreekt, ontzuurt en creatief uitwerkt, (4) dagelijks inzet op activiteiten die de goedgevoelhormonen aanwakkeren (lachen, spelen, sporten, natuur, dieren, aanraking, …) en (5) assertief de eigen grenzen aangeeft, en deze moedig durft te verleggen
… die de eigen macht en invloed naar een verbeterd welbevinden ontwikkelt, en zodoende ook minder vervalt in het uit handen geven van voldoening, plezier en geluk.
Dit is echter geen evidente stap, de weg is vaak hobbelig en lang, maar het proces loont, en de resultaten volgen soms sneller dan verwacht.
Om bewuster en anders te leren denken besprak ik hier samenvattend enkele tips inclusief het belang van ‘meer en dieper durven voelen, navoelen en doorvoelen’.
En aangezien we met zijn allen last hebben van drukte, gejaagdheid en compulsiviteit is leren pauzeren op deze 3 domeinen ook bijzonder wenselijk.
Het komt in essentie neer op het principe van ‘wie zich beter wil voelen, dient het voelen te verbeteren’, d.w.z. de realiteit durven onder ogen zien zoals ze is, de gevoelsvervlakking leren onderkennen en bespreekbaar maken bij onszelf en de ander, inclusief de hele resem ‘verbergtaktiekjes’ die daaraan zijn gekoppeld.
Het is m.a.w. ‘beter’ of ‘gezonder’ je af te vragen wat je gemoed je vertelt, je influistert en wat maakt dat jij je precies (nu) zo ‘negatief’ gestemd voelt. Is het verdriet, pijn, eenzaamheid, gemis, verveling, enz..?
Herverbinding
De weg van hoofd naar hart betreft slechts 40 cm, en toch is het vaak de langste reis die mensen maken. Voelen verbindt je hoofd met je hart en onze harten onderling. Maar dan is de voorwaarde op zijn minst dat je elke crisisperiode of tegenslag ook als een groeikans dient te zien, zoals ik hier en hier besprak. Neem dus meer tijd om in de diepte van eigen emmer te duiken, het zuur te begrijpen, dat versterkt zowel je eigenliefde als je vermogen om in de diepte bij anderen te gaan en te blijven. Met deze 3 wegwijzers geraak je trouwens ook een hele eind verder.
Luisteren naar je lijf, in dialoog gaan met je gevoelens, je onderliggende verlangens leren begrijpen, hierover durven praten of schrijven, dit werkt finaal (veel) beter, net als de vraag aan een ander “hoe voel jij je (werkelijk)?” beter werkt dan een ‘feel good quote’. Anderzijds kunnen ze wel inspireren, verhelderen en ondersteunend zijn.
Laat dus de dingen nog meer bezinken en landen, schrijf wat vaker over de innerlijke landschappen van je gevoelsleven. Zoek de natuur ook op, wandel meer, en laat je gevoelens opborrelen, luister zoveel mogelijk zonder oordeel en leer van natuurlijke herkauwers én zenmeesters zoals de koetjes!
Meer over emotioneel werk? lees hier!
– Steve Van Herreweghe –
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!