14 februari. Valentijn. Ideaal moment om één van mijn overrijpe drafts rond intieme relaties de ether in te sturen. Tenslotte is het morgen alweer 15 februari…
“Op elk potje past een dekseltje”, we kennen het oude gezegde allemaal. De vraag is of we er vandaag de dag nog echt in geloven. Statistici, sociologen, filosofen en psychologen krabben sinds oudsher twijfelend over hun diepdenkende hersenpan. En net als de man in de straat ook de schrijver dezes.
Vergane duurzaamheid?
Ondanks de vele vernieuwende onlinemogelijkheden, blind-, speeddating ea. Blind Getrouwd-formules rijst steeds meer de hamvraag “of de duurzame intieme relatie nog wel bestaat, van deze tijd is en nog wel realistisch is?” En zo ja “hoe deze kan overleven in het yolo-tijdperk – waar de individualiteit de gezamenlijkheid heeft overstemd, en waar de aardse shortcut-, wegwerp- en recyclagecultuur de langetermijn- en spirituele focus heeft verdreven?
Duurzaamheid staat haaks op kortzichtigheid en snelheid. De langetermijnrelatie is bij uitstek – jammer genoeg net als veel kinderen – het ongewenste kind van deze tijd geworden. We voelen wel ergens de sociomorele druk om ermee ‘bezig’ te zijn, maar het wordt steeds meer als de spruitjes eten van toen we kleiner waren: met hele lange tanden…
In België strandt anno 2018 1 op de 2 huwelijken, treedt er binnen 1 op de 4 gezinnen een vorm van partnergeweld op (zowel van man naar vrouw als vice versa), is het gemiddelde normgezin stilaan een samengesteld gezin. Seriële monogamie, het wordt mogelijks het hoogst haalbare, afgewisseld met periodes van vereenzaming, FWB (friends with benefits), ONS (one night stands) en massa’s afterwork ea doelloze fakefeestjes. Sprookjes lijken dus al lang hun magische krachten kwijt. We zien, voelen, vrezen de realiteit met zijn allen. Klinkt verre van hoopgevend, er zijn ook uitzonderingen, gelukkig… Houden zo!
Mijns inziens is dit echter van alle tijden, alleen werden de laatste decennia door de transparantie en snelheid van informatiedeling (wat ik ten zeerste apprecieer) de huiskamergordijnen opengetrokken, kwam er meer licht op de vaak donkere intieme werelden, en werden hierdoor heel wat taboes doorprikt.
Filosofen, natuurwetenschappers, antropologen ea. mensonderzoekers bijten er sinds mensenheugenis hun tanden op stuk. Zoeken we via onze partner naar voortplantingskansen en/of zekerheid, naar volledigheid en/of aanvulling, naar romantiek en/of extase? En wat is de garantie op duurzaamheid en succes? Hoe meer scheidingen (en dus kinderen van gescheiden ouders), hoe groter het risico op scheidingsherhaling en bindingsangst later bij die dan groot geworden kinderen. Tot de jaren ’80-’90 was het eerder uitzondering dan regel, nu is een kind van nog steeds getrouwde ouders stilaan een unicum… Er wordt – in de marge – ook veel te weinig onderwijs en vorming gegeven rond relatie- en gezinspsychologie, terwijl het – samen met ADL (activiteiten van het dagelijkse leven) één van de meest essentiële pijlers is van ons zo kort en worstelende aardse bestaan.
Het eeuwige romantische ideaal
Kan het nog mooier, poëtischer, profetischer dan dit? In exact – jawel – 69 woorden drukt Khalil zich hier meesterlijk en tijdloos uit over de liefde, de intieme relatie, het huwelijk, en haar intrinsieke uitdagingen, valkuilen en problemen.
Het blijft aanspreken en de (dag)dromen voeden, ook bij mezelf, moet ik eerlijk bekennen. Soms omschrijf ik mezelf knipogend als een ex-romanticus, maar in feite klopt dat niet echt. Een post-romanticus is misschien wel juister. Een dromer blijf je nu eenmaal voor het leven, alleen – en wellicht herkenbaar bij velen – eentje die de liefde pragmatischer, wat meer berekend en ook wel collectiever aanschouwt, vanuit ontnuchtering vooral gestoeld op de dubbele “ik-ben-en-heb-ontgoocheld”-moraal.
Die belangrijke intieme ander als een ultieme reddingsboei, surrogaat-ouder, bron van geluk, tijdverdrijf of als invulling van (existentiële) leegte beschouwen, het is nu eenmaal des mensen, ook al kent het een vervaldatum én heeft het een niet te versmaden prijs.
Liefhebben kan je leren
De ervaring heeft mij (naast de wetenschap) geleerd dat liefhebben niet enkel een werkwoord maar vooral een levenslang leer- en groeiproces is, van vallen (in oude gewoontes) en opstaan (in nieuwe), een schoorvoetende herontdekking van wie je werkelijk bent, je licht- en schaduwkanten inbegrepen.
En verder. Dat het loslaten van alle geleende maskers – die jou bescherm(d)en tegen oude pijn en diepe wonden – een weg van lange adem kan zijn. Dat het bevrijdend werkt onbevreesd “ja” en “neen” te kunnen zeggen tegen de ander, net als tegen jezelf. En dat de evenwichtsoefening tussen afstand houden en nabij blijven een werkelijk martiale – venusiaanse levenskunst is waarbij veel introspectieve oefening – en vooral heldere en frequente communicatie de blijvende centrale pijlers vormen.
Tot (voorlopig) slot. Leren liefhebben in een (ludieke) notendop:
1. vòòr je in relatie gaat: je sterktes eren, je verleden omarmen, je doelen kennen, reizen, in zelfzorg en -respect groeien, humor cultiveren
2. vòòr je vreemd gaat: zie 1, hulplijn(en) inschakelen, een afgebakende time-out inlassen, van perspectief wisselen, het niet doen
3. vòòr je breekt met iets of iemand: zie 1-2, scenario’s uitwerken en doorleven, je omgeving erbij betrekken
4. vòòr je alle relaties verbrandt: zie 1-2-3, een huisdier nemen, verdiepen in fauna & flora, oude connecties opzoeken
5. vòòr je jezelf opgeeft: zie 1-2-3-4, vernieuwing scheppen, anderen helpen, een hoger ideaal zoeken
Lukt het steeds moeizamer, neem gerust contact op
Succes ♥♥♥
– Steve Van Herreweghe –